Verwerelden


Onze tijd wordt wel het Antropoceen genoemd – het geologische tijdperk dat gevormd is door de mens. Maar het is niet gevormd door al het menselijk handelen: het gaat om het handelen van een menselijk subject dat zich verheven voelt boven de grotere natuurlijke wereld, vooruitgang economisch meet en autonomie benadrukt. Dat handelen heeft tot de grote problemen van onze tijd geleid – opwarming van de aarde, verlies van biodiversiteit, pandemie. Velen geloven dat de techniek ons daar weer uit zal redden. Maar technologische ontwikkelingen binnen het bestaande systeem laten dat systeem intact en we kunnen niet ongelimiteerd de aarde en een groot deel van haar bewoners uitbuiten.

In Verwerelden onderzoeken menselijke en niet-menselijke kunstenaars in een tuin hoe we op een andere manier met de aarde om kunnen gaan. Dat begint met luisteren en nieuwsgierigheid, en het kantelen van de machtsverhouding. In de tuin wonen mieren, padden, kikkers en misschien ook egels. Er groeien oude en nieuwe planten. Onkruid is eigenlijk mooi. Honden, kikkers, mensen en mieren hebben allemaal een ander perspectief op dezelfde omgeving. Wat klein lijkt kan groot zijn en andersom, wat ver weg is, is misschien heel dichtbij. Met je neus ontdek je andere dingen dan met je ogen. Verwilderen betekent geen chaos, het vraagt juist om aandacht.

Luisteren naar de wereld om ons heen en daarmee in gesprek gaan levert een nieuw type kennis op, dat kan leiden tot andere landkaarten dan de oude. In Waar kunnen we landen benadrukt de Franse socioloog en filosoof Bruno Latour het belang van dat soort nieuwe ijkpunten. Latour schrijft dat we de wereld kwijtraken. Op twee manieren: de aarde onder onze voeten vergaat als gevolg van de ecologische crisis en verschillende groepen mensen delen geen gemeenschappelijke wereld meer, geen referentiekaders. Om dit tegen te gaan bepleit hij de ontwikkeling van nieuwe landkaarten waarmee we ons kunnen oriënteren, en nieuwe manieren om ons te wortelen.

Met deze tentoonstelling en onderzoeksproject nodigen we de toeschouwers – niet alleen mensen – uit om goed te kijken en te luisteren naar de andere wereld die de wereld ook is. En die we delen met al die anderen met wie we onherroepelijk verbonden zijn.